Aardlekschakelaar:
Een automaat is niet hetzelfde als een aardlekschakelaar. Deze worden vaak door elkaar gehaald.
Een aardlekschakelaar wordt ook wel eens verliesstroomschakelaar of differentiaalschakelaar genoemd.
Werking:
Dit is een automatisch werkende schakelaar die een elektrische installatie spanningsloos maakt zodra een lekstroom vanaf een bepaalde grootte optreedt. Als de hoeveelheid stroom die de elektrische installatie ingaat groter is dan de stroom die er weer uitgaat, is er sprake van een lekstroom.
In de aardlekschakelaar komen zowel de nul- als de fasedraad toe in een relais. Als er geen lekstroom vloeit, dan is de stroom tussen deze twee geleiders steeds gelijk. Ze zijn wel in tegenfase, maar hun absolute waarde van de stroom is gelijk. Als er een lekstroom optreedt, dan zal het spoeltje in het relais worden aangetrokken. Doordat deze aangetrokken, wordt zal de spanning uitvallen. De aardlekschakelaar kan enkel terug aangezet worden als de lekstroom is weggehaald. Om dit te testen is er altijd een testknop aanwezig die een kleine lekstroom genereert. Hierdoor kan men zien dat de aardlekschakelaar nog werkt.
Doel:
Een aardlekschakelaar wordt altijd gebruikt in huishoudinstallaties. Deze component beschermt de personen van elektrocutie en het gaat ook brandgevaar tegen.
Deze aardlekschakelaar werkt enkel als het toestel geaard is. Bij een niet-geaard toestel zal bij aanraking de stroom door het lichaam van de desbetreffende persoon zo naar de aarde vloeien, waardoor de aardlekschakelaar ook zal uitschakelen.
Bijvoorbeeld: een wasmachine is geaard, maar door een defect staat er een spanning over de behuizing. Hierdoor ontstaat er een foutstroom. Door deze foutstroom zal de gehele kring uitschakelen, waardoor alle toestellen in deze kring spanningsloos zullen zijn.
Reglementering in België:
In het AREI staat vermeld dat elke huishoudelijke installatie een algemene aardlekschakelaar nodig heeft van maximaal 300mA en dit van het type A. Voor vochtige ruimtes is er een bijkomende aardlekschakelaar nodig die maximaal 30mA bedraagt. Let op toestellen die waterdamp produceren of werken met water, moeten ook voorzien zijn van een aardlekschakelaar van maximaal 30mA.
Aardlekautomaat:
De twee componenten (automaat en aardlekschakelaar) kunnen ook in één toestel terug te vinden zijn. Deze component wordt ook wel ”alamat” genoemd.
Doel:
Dit beveiligt elektrische installaties tegen een te hoge lekstroom, maar het beveiligt ook tegen een overstroom ten gevolgen van overbelasting of kortsluiting.
Voordelen: bij een te hoge stroom zal enkel de groep waarin de storing in vervat gaat, spanningsloos worden. Hierdoor is het ook direct zichtbaar in welke groep de fout zich bevindt.
Nadelen: de oorzaak van de storing is niet gemakkelijk na te gaan. Is het een lekstroom of overstroom? Een storing kan in sommige gevallen ook langer onopgemerkt blijven.te bewerken.
Een automaat is niet hetzelfde als een aardlekschakelaar. Deze worden vaak door elkaar gehaald.
Een aardlekschakelaar wordt ook wel eens verliesstroomschakelaar of differentiaalschakelaar genoemd.
Werking:
Dit is een automatisch werkende schakelaar die een elektrische installatie spanningsloos maakt zodra een lekstroom vanaf een bepaalde grootte optreedt. Als de hoeveelheid stroom die de elektrische installatie ingaat groter is dan de stroom die er weer uitgaat, is er sprake van een lekstroom.
In de aardlekschakelaar komen zowel de nul- als de fasedraad toe in een relais. Als er geen lekstroom vloeit, dan is de stroom tussen deze twee geleiders steeds gelijk. Ze zijn wel in tegenfase, maar hun absolute waarde van de stroom is gelijk. Als er een lekstroom optreedt, dan zal het spoeltje in het relais worden aangetrokken. Doordat deze aangetrokken, wordt zal de spanning uitvallen. De aardlekschakelaar kan enkel terug aangezet worden als de lekstroom is weggehaald. Om dit te testen is er altijd een testknop aanwezig die een kleine lekstroom genereert. Hierdoor kan men zien dat de aardlekschakelaar nog werkt.
Doel:
Een aardlekschakelaar wordt altijd gebruikt in huishoudinstallaties. Deze component beschermt de personen van elektrocutie en het gaat ook brandgevaar tegen.
Deze aardlekschakelaar werkt enkel als het toestel geaard is. Bij een niet-geaard toestel zal bij aanraking de stroom door het lichaam van de desbetreffende persoon zo naar de aarde vloeien, waardoor de aardlekschakelaar ook zal uitschakelen.
Bijvoorbeeld: een wasmachine is geaard, maar door een defect staat er een spanning over de behuizing. Hierdoor ontstaat er een foutstroom. Door deze foutstroom zal de gehele kring uitschakelen, waardoor alle toestellen in deze kring spanningsloos zullen zijn.
Reglementering in België:
In het AREI staat vermeld dat elke huishoudelijke installatie een algemene aardlekschakelaar nodig heeft van maximaal 300mA en dit van het type A. Voor vochtige ruimtes is er een bijkomende aardlekschakelaar nodig die maximaal 30mA bedraagt. Let op toestellen die waterdamp produceren of werken met water, moeten ook voorzien zijn van een aardlekschakelaar van maximaal 30mA.
Aardlekautomaat:
De twee componenten (automaat en aardlekschakelaar) kunnen ook in één toestel terug te vinden zijn. Deze component wordt ook wel ”alamat” genoemd.
Doel:
Dit beveiligt elektrische installaties tegen een te hoge lekstroom, maar het beveiligt ook tegen een overstroom ten gevolgen van overbelasting of kortsluiting.
Voordelen: bij een te hoge stroom zal enkel de groep waarin de storing in vervat gaat, spanningsloos worden. Hierdoor is het ook direct zichtbaar in welke groep de fout zich bevindt.
Nadelen: de oorzaak van de storing is niet gemakkelijk na te gaan. Is het een lekstroom of overstroom? Een storing kan in sommige gevallen ook langer onopgemerkt blijven.te bewerken.